Een historisch gebouw

Verrière
© Philippe de Formanoir

Van de Union du Crédit de Bruxelles tot het museum van de Nationale Bank van België

Het gebouw waarin het museum van de Nationale Bank van België (NBB) is ondergebracht is een architecturale parel in hartje Brussel. De Brusselse architect Désiré De Keyser (1823-1897) ontwierp het in 1872 in opdracht van de Union du Crédit de Bruxelles (UCB) en na renovatiewerken nam de NBB het in 2010 in gebruik.

De UCB werd in het leven geroepen op initiatief van Brusselse ondernemers en zakenmannen die, kort na de bankencrisis van 1848, besloten samen te werken om hun eigen bank op te richten. Het was dus een coöperatieve bank: de aandeelhouders waren ook de klanten van de Bank. De UCB bood bankdiensten aan, vooral kredieten op korte termijn, waarvoor ondernemers op dat moment niet meer terechtkonden bij de grote commerciële banken. Het gebouw werd in 1969 overgenomen door de United California Bank en kwam in de jaren tachtig in het bezit van de NBB. Verschillende elementen van het gebouw werden in 1984 als monument beschermd, zoals de lokettenzaal met glasramen, de inkomhal en het trappenhuis. Dit zorgde voor een strak keurslijf bij de minutieuze restauratie van het gebouw die in 2009 werd voltooid.

Opdat er voldoende licht zou binnenkomen, koos Désiré De Keyser ervoor om, net zoals in de nabijgelegen Sint-Hubertusgalerijen, het gebouw met een glazen dak te overdekken. Dat glazen dak bestaat uit twee grote rechthoekige koepels: de ene overdekt de grote lokettenzaal en de andere een tweede en kleinere lokettenzaal. Vanuit technisch en esthetisch oogpunt zijn deze glazen daken van respectievelijk 18 en 14 meter hoog een echt kunstwerk. Ze worden gedragen door een stalen structuur die een tongewelf vormt. Het samenspel van ijzer en glas, dat kenmerkend is voor die periode, geeft het gebouw een zeer elegant karakter.

Cage d'escalier monumentale
Monumentale trap van het museum © Patrick Van Den Branden

De decoratie door het atelier van de Parijse beeldhouwer Georges Houtstont (1832-1912), is geïnspireerd op de gotische stijl, in een sobere uitvoering. Geen bladgoud of felle kleuren, maar een monochromie die de rust en soberheid van het geheel benadrukt.

Het majestueuze trappenhuis is adembenemend. Van de bronzen kandelaars, die de Brusselse Compagnie des Bronzes had gegoten, werden bij de restauratie van het gebouw exacte replica’s gemaakt.  De trap leidde de klanten van de bank destijds naar de kantoren van de directie en van het personeel op de eerste verdieping, zoals vandaag nog blijkt uit een muurschildering.

De kelders van het gebouw, die alleen toegankelijk zijn tijdens speciale events in het museum, bevatten nog steeds twee kluisruimten, die volledig in hun oorspronkelijke staat werden hersteld. Deze kluizen werden op een vernuftige manier beveiligd en vormen een uniek erfgoed van de bankwereld.

Het gebouw is een uitzonderlijk voorbeeld van de bankarchitectuur in Brussel en straalt gezag en prestige uit. Het overvloedige licht en de imposante ruimten moesten de invloed van de instelling weerspiegelen en het vertrouwen van de klanten wekken. De stijl van het gebouw is eclectisch omdat het elementen van verschillende stijlen combineert. Het algemene ontwerp is klassiek, maar wordt vermengd met moderne materialen zoals metaal en glas en aangevuld met neogotische elementen die aanwezig zijn in de decoratieve beeldhouwwerken.

De originele gebouwen van de Nationale Bank van België

Het gebouw van de UCB huisvest vandaag het museum van de Nationale Bank van België (NBB), maar de NBB gebruikte het nooit als kantoorruimte.

Bij de oprichting in 1850 vestigt de NBB zich eerst in bestaande gebouwen in de Warmoesberg en vervolgens in de Koningsstraat. Wanneer haar hoofdzetel te klein wordt, beslist de NBB een nieuw gebouw op te richten om in al haar behoeften te kunnen voorzien. Dat gebouw wordt opgetrokken in de Wildewoudstraat, tegenover de Sint-Michiels- en Sint-Goedele-kathedraal. De werken duren van 1860 tot 1874, maar de eerste diensten nemen al hun intrek vanaf 1865.

De Belgische architecten Hendrik Beyaert (1823-1894) en Wynand Janssens (1827-1913) ontwerpen de gebouwen in een tamelijk klassieke architectuurstijl, die sterk aanleunt bij de stijl van de Ecole des Beaux-Arts. De verwijzing uit zich vooral  in de symmetrie van de gevel van het Hotel van de gouverneur. Deze toenmalige verblijf-, vergader- en werkplaats van de gouverneur is versierd met talrijke symbolische en allegorische elementen. Het is het enige overblijfsel uit die periode.

In de loop van de jaren vijftig had de NBB opnieuw nood aan ruimte. Architect Marcel Van Goethem krijgt de opdracht om de bestaande gebouwen te vervangen door nieuwe moderne kantoren en een indrukwekkende lokettenzaal, die vandaag nog altijd in gebruik is. Deze zaal is ongeveer 200 meter lang en wordt overdekt door een licht gewelfd plafond van 9 000 licht doorlatende ruitjes op 8 meter hoogte. Het zorgt voor een permanente belichting van deze grandioze en modern ogende zaal.

Cage d'escalier monumentale
Trappenhuis van het Hotel van de gouverneur © Patrick Van den Branden

Bibliografie

  • L’architecture éclectique d’Henri Beyaert, catalogue d’exposition, Bruxelles, BNB musée, 1978
  • J. VICTOIR, J. VANDERPERREN, Henri Beyaert. Du Classicisme à l’Art Nouveau, Sint-Martens-Latem, Éditions De Dijle, 1992
  • W. PLUYM (éd.), L’Hôtel du gouverneur de la Banque nationale de Belgique, Anvers, Pandora, 1995
  • NBB Antwerpen. Een gebouw, een eeuw, catalogue d’exposition, Bruxelles, BNB musée, 1979
  • M. VAN GOETHEM, Construction des nouveaux bâtiments de la Banque Nationale de Belgique à Bruxelles, in: Annales de l’Institut technique du Bâtiment et des Travaux publics, n°. 184, mars – avril 1951, pp. 2 – 18
  • M. VAN GOETHEM, Immeuble de la Banque Nationale à Bruxelles, in: Rythme, n°. 15, juin 1953, pp. 6 – 13
  • L. NOVGORODSKY, Les nouveaux bâtiments de la Banque Nationale de Belgique à Bruxelles, in: La technique des travaux, 29, 1953, n°s. 7-8, pp. 215 – 236
  • Marcel Van Goethem, architecte D.P.L.G. Oeuvres et études, 1940 – 1959, Bruxelles, BNB, 1959