Printversie [1] (pdf)

De vooruitspringende ingang van het Hotel van de gouverneur © Museum van de Nationale Bank van België
Wist u dat de gouverneur van de Nationale Bank beschikt over een ambtswoning in de gebouwen van de Bank tijdens de periode van zijn mandaat? Het zogenaamde Hotel van de gouverneur is uitzonderlijk geopend op 14 en 15 september ter gelegenheid van de Open Monumentendagen. Het Hotel is gelegen in de Wildewoudstraat, vlakbij de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele. Het werd ontworpen door de architecten Hendrik Beyaert en Wynand Janssens en gebouwd tussen 1860 en 1874, dus tien jaar na de oprichting van de Nationale Bank.
Tot 1957 behoorde wonen in het Hotel tot de verplichtingen van de gouverneur. In ruil daarvoor nam de Bank de kosten van de meubilering en het onderhoud van de woonst voor haar rekening. De gedachte dat de belangrijkste leidinggevende verbleef in een herenhuis vlak naast de ruimtes van de Bank speelde hierin een grote rol. De directe nabijheid en beschikbaarheid van de hoogste gezagdrager van de Bank bood immers voordelen op vlak van veiligheid en continuïteit. Als de gouverneur afwezig was, bijvoorbeeld wanneer hij op vakantie was, dan moest een andere hooggeplaatste permanent aanwezig zijn in het Hotel.

De initialen van de Nationale Bank, detail van het traliewerk voor het Hotel © Museum van de Nationale Bank van België
In de architectuur van de voorgevel zitten verschillende ornamenten verwerkt die verwijzen naar het bankwezen en de welvaart. De kariatiden die Handel en Nijverheid voorstellen, sieren de privé-ingang, terwijl een allegorische vrouw die Vrede verbeeldt de bekroning vormt van het fronton. Dit fronton is versierd met maritieme motieven zoals de boeg van een antiek ogend vaartuig en de namen van de belangrijkste zee- en binnenhavens van het land: Antwerpen, Oostende, Gent en Luik. Het geheel van deze ornamenten wil een sfeer van veiligheid, vertrouwen en macht creëren. Het traliewerk dat de twee risalieten verbindt en de vensters op de benedenverdieping afsluiten, is een ander typisch kenmerk van de bankarchitectuur. Het beklemtoont namelijk de veiligheid van het bouwwerk en vestigt de aandacht op de functie van het gebouw. In het midden van het hoekig patroon vallen onmiddellijk de initialen van de Bank op als een levendig en plantaardig motief. De zorgvuldigheid waarmee Beyaert te werk ging, getuigt van zijn wens om de kunst van het ijzersmeedwerk te doen herleven. Verder is het ook opmerkelijk dat reeds bij de start van de bouwwerken de architecten werden gevraagd om feestelijke verlichting te voorzien op de voorgevel. Zo kon de Bank deelnemen aan publieke feesten, zoals de Nationale Feestdag op 21 juli.
Wat de indeling van de ruimtes betreft, bevinden het bureau van de gouverneur, de vergaderzaal van het directiecomité en de zaal van de algemene vergadering zich op het gelijkvloers van het gebouw. Deze maken sinds 2002 deel uit van het museum. Een dubbele deur vormt de scheiding tussen deze ruimtes en de hal van het Hotel. De staatsietrap loopt zowel naar de receptiesalons als naar deprivévertrekken. Elke bezoeker die deze trap van wit marmer, verlicht door een groot raam, neemt, kan ongestoord de weelderige beeldhouwkunst bewonderen. De symboliek hiervan vormt een link tussen de economische verbeelding van de voorgevel en de luchtigere allegorieën van de salons op de eerste verdieping. Wat de decoratie betreft, is het belangrijk te benadrukken dat Beyaert ook alle decoratieve elementen heeft ontworpen, voordat hij kunstenaars uitkoos voor de uitwerking ervan. Zijn werk beperkte zich dus niet enkel tothet tekenen van de plannen van het gebouw.

De grote trap, gerealiseerd volgens de plannen van Hendrik Beyaert tussen 1867 en 1869 © Museum van de Nationale Bank van België
Het meesterwerk van de eerste verdieping is zonder twijfel de feestzaal. De eerste gouverneur François-Philippe de Haussy drong er bij de architecten op aan om er bijzondere aandacht aan te besteden, voor hem was deze zaal immers een van de meest essentiële onderdelen van het Hotel. Beyaert kon natuurlijk niet anders dan hier gevolg aan te geven. Het groot aantal plannen in kleur, schetsen en tekeningen van de decoratieve details zijn hiervan het bewijs. Sommige onderdelen zoals de wandlichten, de deurklinken of de sierlijsten werden zelfs op ware grootte in plaaster gemaakt om zo een idee te hebben van het eindresultaat. Deze zaal zou dienen om feesten en andere plechtigheden te organiseren. De decoratie is uitgewerkt in de stijl van de klassieke mythologie en verwijst naar de kunsten en wetenschappen. Bovendien werden de schilderijen met olie op doek geschilderd en vervolgens op de muur gekleefd.